Een idee, een kast met mutsen en materialen en dan, het idee is er maar hoe ga je beginnen?
Op een vrijdagmiddag ergens in mei staat er een oud klasgenoot op de stoep met de vraag: “Maken jullie nog mutsen op?” Moeder Henny en Connie kijken elkaar aan. Nee, ja, euh… wat gaan we doen? De mutsen komen op tafel en met de afspraak dat we de tijd willen hebben om te kijken of het nog mogelijke is, of we het nog kunnen en of we alle gereedschappen en materialen nog hebben. De mutsen worden achtergelaten. Henny en Connie kijken elkaar aan en beginnen hard te lachen. We hebben toch echt ook weer een stok nodig om te beginnen! En toeval, dat bestaat niet.
Als je de foto’s bekijkt zie je hoe vuil en vies alles is. Jammer dat er geen geurfoto’s zijn. Of voor jullie maar goed ook. De eerste muts wordt onder handen genomen. En zo zitten Henny en Connie te tornen en gaat na enkele uren de muts in een pannetjes sop.
Het sop moet meerdere keren worden vernieuwd en dan begint de volgende uitdagingen. Stijven, strijken, plooien…
Voor het plooien zijn diverse plankjes en pinnen nodig. Al snel is alles gevonden van de voorstroken maar van de achterstrook?
Dat heb je als je twee keer ondertussen bent verhuisd. Je weet niet meer waar alles is. In de schuur? Nee, op zolder? Nee, in eerste instantie.
Op een warme zaterdag met telefoon, altijd handig als zaklamp, toog ik naar de zolder.
Systematisch begon ik te zoeken. Linksom. Doos voor doos, wat bewaart een mens toch veel. Daar zijn de gehaakte mutsjes, oké een patronenboek met gehaakte mutsjes en zo zoek ik verder. Ik vind van alles maar de betreffende gereedschappen voor de achterstrook kom ik niet tegen.
Net als ik het wil opgeven, in ongeveer een laatste doos en dan: Eureka! De pinnen van de achterstrook, alles keurig bij elkaar in één doos! Wat goed opgeruimd en de ontdekking van het mutsenmaken kan worden vervolgd.
Is dit nu een begin van een nieuw boek?

































